» exacte locatie
We hebben het nog niet genoemd, maar eigenlijk zijn de Tuamotu's vooral bekend vanwege de parelboerderijen. Het onderwaterklimaat is hier namelijk ideaal om parels te kweken. Gisteren hebben we zo'n boerderij bezocht. Je moet je daarbij het volgende voorstellen: een klein houten huisje op palen in ondiep water en daaromheen in dieper water een aantal boeien. De boeien zijn het startpunt voor een web van dieper zwevende lijnen waaraan de oesters groeien. De oesters hangen hier niet kaal, maar zijn
omringd door een plastic cylindervormige kooi om ze te beschermen tegen de vissen. Als de oester een jaar oud is wordt deze uit het water gehaald en naar het houten huisje gebracht. Daar hebben ze een uur de tijd voor de oester het benauwd krijgt om te "opereren". Er wordt dan een speciaal in Japan gefabriceerd balletje in het lichaam van de oester geimplanteerd. Daarna mag de oester weer terug het water in. Een jaar later is er hopelijk rondom het balletje een parel gevormd. Sommige oesters maken
mooiere parels dan anderen. In de goede oesters wordt het beste van de oogst teruggezet zodat er grotere parels worden gevormd. Soms kan dit wel vijf keer! De slechte oesters worden opgegeten. Het geheim van het kweken van parels zit in de operatie van de oester. Kwekers houden dat voor elkaar geheim. Waar precies een sneetje te maken, hoe diep, wat voor balletje en zelfs het toevoegen van kunstmest uit een mysterieus en erg duur flesje. Wij mochten het hele proces wel zien, want we kenden natuurlijk
de precieze details niet. Een oogst parels wordt verkocht in Tahiti. Vroeger ging de parelbaas waar wij mee spraken ook naar Los Angeles om te verkopen, maar het risico van een gewapende overval was nu te groot geworden. Dat gedeelte klonk wel als een spannend filmscript. Ilse was vooral erg enthousiast over de parels en in ruil voor flink wat kleding en wijn konden we er een aantal bemachtigen. Geen honderd procent perfecte exemplaren, maar toch erg mooi.
Joost en Ilse, 24/8/2007, 08:00
Comments
Laat een bericht achter op de website voor Joost en Ilse (scroll naar onderen).