Cook Islands  

Weergoden
» exacte locatie
Print dit verhaaltje Vanavond moest ik ineens denken aan de weergoden van vroeger. Het lijkt alsof ze in dit gebied weer teruggekeerd zijn, want onze tocht vanaf Palmerston was tot nu toe qua weer zeer gevarieerd. Zeilen onder het licht van de sterren, maar ook zeilen in totale duisternis met onophoudelijk motregen. Zon, regenbuien en wolken in alle vormen en maten. Nietsvermoedend dobberen in windstilte en een paar minuten later bijliggen onder klein grootzeil in een soort ministorm van een uur. Golven van linksachter, golven van rechtsachter, maar ook golven van links- en rechtsachter wat een erg ruige combinatie blijkt te zijn. De weerberichten weten van weinig en veranderen elke dag. Maar, tot nu toe hebben we toch steeds onze mijlen redelijk gemaakt en als de weergoden ons goed gezind zijn dan arriveren we over twee dagen in Tonga. De verwachte hoogtepunten van Tonga zijn weer vrij basaal: ijs, terras en internet.
reageer!
Joost, 14/10/2007, 19:00

Om nooit meer te vergeten
» exacte locatie
Print dit verhaaltje Op Palmerston houden ze de horizon goed in de gaten. Zien ze een jacht dan springen ze in hun bootje en racen erheen. Degene die er als eerste bij is mag de bemanning als gasten in huis nemen. Dat vinden ze leuk omdat ze dan andere mensen hebben om mee te kletsen. En wat een gastvrijheid. De douane is klaar en Bob neemt ons mee naar het eiland. De kinderen komen uit school en we lunchen buiten in de schaduw van de palmbomen. Rijst met papegaaivis, donuts en breadfruit. Vooral van de papegaaivis krijgen we geen genoeg. En er is meer dan genoeg. Na de lunch gaat Joost mee vissen en ik blijf op het eiland. Met Taia, de oudste dochter van zeventien, trek ik kokosnoten uit de palmbomen met een hele lange stok met een haak er aan. We hebben er veel nodig, want de volgende dag komt familie helpen met het slachten van het varken en die lusten tussendoor wel een kokosnootje. Aan het eind van de middag drinken we koffie en Bob brengt ons terug naar de boot. Zoveel gegeten dat we niet meer zelf hoeven te koken. De volgende morgen zwemmen er twee walvissen vlakbij onze boot! Langzaam bewegen ze zich voort maar opeens springen ze helemaal uit het water en laten zich er met een grote plons weer invallen. Ze krijgen er geen genoeg van en geven een mooie show weg. Daarna ontbijten we op het eiland met uitzicht op het varken dat geslacht wordt. Later helpen we zelf ook met het in kleine stukjes snijden van al het vet van het beest. Zondag is Bob jarig en drinken we samen met de familie de zelfgemaakte wijn die een andere cruiser hem kado heeft gedaan. Verder krijgen we een rondleiding op het eiland en Joost heeft met Paul, de broer van Bob, onze oesterschelpen uit de Tuamotus gepolijst. Ondertussen heb ik op school gekeken hoe ze lesgeven aan 25 kinderen varierend in de leeftijd van 5 tot en met 18 jaar. Allemaal in dezelfde klas. Al snel werd ik ook aan het werk gezet. Lezen met de kinderen, kijken of het werk af is en meer van dat soort dingen. Ieder werkt individueel en er staan zelfs schotjes tussen de tafels. 's Middags heb ik een tekenles gegeven. Het mooie eindresultaat hangt aan de muur van de school. Het was leuk om weer eens les te geven. Er zijn veel dingen op deze reis om nooit meer te vergeten maar dit was wel een hele bijzondere stop. Iedereen is zo aardig en behulpzaam op het eiland. Elke dag werden we van de boot opgehaald en teruggebracht en we kregen altijd meer eten dan we op konden. Helaas kunnen we niet langer blijven. Het cycloonseizoen dient zich aan. Dus zodadelijk vervolgen we onze reis naar Tonga. .

Om nooit meer te vergeten Om nooit meer te vergeten
reageer!
Ilse, 9/10/2007, 09:00

Palmerston
» exacte locatie
Print dit verhaaltje Twee dagen veel wind en regen. Om ons heen overal de typisch Hollandse luchten met veel vette regenwolken en af en toe een hele korte opklaring. Dat zijn we niet meer gewend. Gelukkig kan onze zeilkleding voor deze omstandigheden nog steeds bestaan uit korte broek, want de temperatuur is wel tropisch. Palmerston is nog een dag zeilen en het spant erom of we nog bij daglicht kunnen aanlopen. In de nacht trekt de wind aan tot kracht zeven en racen we een paar uur lang die lege zee over. Maar als het ochtend wordt zakt het in en liggen we zelfs vijf minuten in complete windstilte. Het ziet er niet goed uit voor een aankomst in het licht. Maar dan hebben we geluk. Er verzamelen zich hoge stapelwolken en we komen weer op snelheid. Aan het eind krijgen we ook nog wat stroom mee en lukt het om rond schemering achter Palmerston te komen waardoor we in ieder geval verlost zijn van de golven. Nog een half uur te varen tot aan de meerboeien. Het wordt donkerder en donkerder en het oppikken van een meerboei in het licht gaat niet meer lukken. We hebben wel een kaart van de eiland, maar het is nooit zeker of die helemaal correct is. Het is op andere plaatsen al meerdere keren gebeurd dat we volgens de kaart over eilandjes heen voeren. Ik roep Palmerston radio op en vraag of we een meerboei kunnen oppikken. Het antwoord in het Engels met een vreemd accent is dat dat geen probleem is en dat ze iemand naar buiten sturen om ons te assisteren. We varen door en als we op de plaats van de meerboeien zijn is er nog geen bootje te zien. Er is sowieso niets meer te zien, want het is nu echt donker. In de verte zien we wel wat lampjes. Misschien van een andere boot die hier volgens Palmerston radio ook geankerd zou zijn. We varen er voorzichtig op af. Heel voorzichtig, want volgens de kaart is dat recht op het rif af. We zijn nog heel ver van de lichtjes vandaan en dan springt de dieptemeter van honderden meters diep ineens naar twaalf! Meteen bijsturen, want die riffen rijzen soms verticaal uit zee op. In de draai ontwijk ik nog net wat plastic flessen. Zijn dat de meerboeien? Of is het vistuig? Gelukkig komt er niks van die lijnen in onze schroef terecht. Ik roep Palmerston nog een keer op en krijg te horen dat we een boeitje kunnen oppikken. Het ontcijferen van dat accent is niet zo makkelijk en ik heb die assistentie blijkbaar toch verkeerd begrepen. Maar de plastic flessen zijn dus de meerboeien en we dolen heel langzaam in het donker rond om ze weer terug te vinden. Ilse op de voorpunt met de lamp en ik aan het roer met het ene oog op het donkere water, het andere oog op de dieptemeter en angstvallig wakend voor het grommende geluid van het rif. Dan zien we er eentje. Precies op dat moment komt er ook gepraat uit de marifoon. Ik kan het niet verstaan door het geluid van de motor en de wind om me heen. Laat maar even hoor, we gaan nu die boei pakken nu we hem zien. Dat lukt maar we krijgen alleen een dun hulplijntje te pakken. Ik dacht dat dat wel een paar minuten zou houden zodat we de dikke lijn kunnen binnenhalen, maar helaas. Pang en we drijven weer weg met in ons hand een plastic fles. Ilse had gelukkig gezien dat er op de zelfde plek meer boeitjes lagen en we vinden een andere. Deze keer pakken we meteen de dikke lijn en ja hoor, we liggen! We zijn heel blij en het is heerlijk om ineens even helemaal niks meer te hoeven. Ik roep nog wel Palmerston op om te zeggen dat het gelukt is. Dan krijgen we het verrassende antwoord dat er nog steeds een bootje buiten is om ons te helpen en hij ons heeft geprobeerd op te roepen. Dat was dus het gepraat op de marifoon. We wachten af en dan horen we ineens stemmen naast de boot. Een klein aluminium bootje doemt op uit het donker. "Hello, good evening, sorry I�m late, you�ve got fenders?". We hangen de stootwillen op en de man en zijn dochter komen langszij. Zijn naam is Bob en hij zegt dat hij onze gastheer is op het eiland. Het is hier gebruikelijk dat de passerende jachten een gastfamilie krijgen toegewezen. Palmerston ligt namelijk tweehonderd mijl van het dichtstbijzijnde grote eiland af en heeft geen vliegveld. Een heel geisoleerde groep van 67 bewoners die overigens allemaal familie van elkaar zijn. Het enige contact met de buitenwereld is de bevoorraadingsboot die elke paar maanden langskomt en de passerende jachten. We voelen ons erg bevoorrecht dat we de kans hebben om een zeldzame plaats als dit te kunnen bezoeken. Bob zegt morgen terug te komen met de douane en daarna zal hij ons meenemen naar het eiland. Hij vertrekt weer. Wij vieren onze aankomst met een koud biertje en chips en duiken snel ons bed in.
reageer!
Joost, 5/10/2007, 23:00

 footer