Print dit verhaaltje

Landrot
Erik, 24/1/2010, 09:27

Heel kort samengevat duurde de reis 13 dagen en hij was 1500 mijl lang. En waarom "landrot"? Omdat ik, Erik dus, dit schrijf. Ik heb mee dat ik houd van de zee. We hebben onderweg vele weer- en windtypes ervaren, van heel kalm tot heel erg ruig. Dat heel erg ruige was wel een tikkie angstig, Joost schreef daar al iets over, het was bepaald niet leuk, het hele erge ervan duurde ongeveer 10 minuten, daarna werd het beter beheersbaar, mede door de kleine lapjes zeil die nog in gebruik waren. We waren alle drie blij dat we geen schade en dergelijke hebben overgehouden van dat gedoe. Joost omschreef de chaotische golvencombinatie als een "soepketel". We hebben ook best behoorlijk krachtige wind gehad met een prachtige blauwe lucht en daarbij grote oceaangolven, waarbij de boot zo af en toe een paar meter opzij werd gezet. Bij een wat aandewindse koers vaart de boot behoorlijk schuin, de boeg snijdt dan zo door de golven dat er mooie schuimmassa's ontstaan. Eigenlijk kan ik wel melden dat ik ben ingeslingerd en daarmee ingewijd in het zeezeilen. Ik heb vele weertypes meegemaakt en er is gebleken dat ik geen aanleg heb voor zeeziekte, mooi meegenomen! Vlakbij Sri Lanka kwam een plaatselijk klein vissersbootje in onze buurt, speciaal om de boot, of ons, van dichtbij te zien. Een heel mooi vissersbootje, ik zag voor het eerst van mijn leven een prauw, een leuk snel bootje met eenstuk of 4 goed gehumeurde vissers aan boord.. Toen we net de zuidpunt van India aan het ronden waren was het wel even anders. De Indiase vissers met hun weer totaal andere bootjes waren op zijn zachts gezegd zeer opdringerig, die eerste boot heeft Joost weggekregen door ze een pakje sigaretten aan te bieden, na enig aandringen zijn ze vertrokken. We waren nog niet van de Indiase vissers af, er volgden nog 3 van die bootjes. Een van die bootjes zat zogenaamd zonder benzine en iedereen had ook honger en dorst, dat was allemaal gespeeld bleek later, toen we niet ingingen op dit soort lichaamstaal. Hun motor sloeg af en wij zeilden door, we hielden ze in de gaten. Toen we zo'n 200 meter verder waren ging de motor weer aan en ze kwamen ons achterna. Ze wilden toch brandstof, wij hebben plastic vaten met brandstof aan dek staan. We konden hun niet goed aan het verstand peuteren dat er diesel in zit en geen benzine, taalprobleem dus. Daarna sloeg hun motor weer af, misschien was het deze keer echt op, want ze bleven liggen zolang wij dat konden controleren. Er kwam nog wel een ander vissersbootje hun kant op, maar die voer ze straalvoorbij, van je collega's moet je het maar hebben. Vrijdagavond laat, ongeveer 22u waren we dan in de haven van Cochin, het was wat onwerkelijk om de haven in het duister te naderen, via de groenlichtboeien. We kregen onmiddellijk bezoek van de havenautoriteiten, dat nam zomaar zowat een uur in beslag, er moesten "tig" formulieren worden ingevuld. Het is wel apart om zo midden in een haven te liggen, het aardige is wel dat je bootjes kunt kijken. Deze 13 dagen zijn zonder onderlinge spanningen verlopen, ik ben tenslotte de "vreemde" eend in de bijt, kwak, kwak, kwak. Maar niet onbelangrijk is, dat Siebe me wel aardig vindt, ondanks dat ik sommige akties van hem weleens duidelijk afkeur. Nu snuiven we aan de Indiase cultuur, daar hebben we gisteren al een geslaagd begin mee gemaakt.