Print dit verhaaltje

Komodovaranen
Ilse, 25/8/2009, 12:54

Na drie nachten zeilen komen we aan op het eiland Rinca. We zijn erg blij dat we zulke goede wind hadden hierheen want Indonesie is berucht om de windstiltes en dus veel motoren. We komen 's ochtends aan en het is lastig een goede ankerplek te vinden. Het is heel diep, van honderd meter loopt het vrij snel op naar dertig meter en dan ben je al vlak bij de kant. Wij hebben zestig meter ankerketting wat betekent dat we in maximaal twintig meter ons anker kunnen uitgooien. Het anker houdt het best als je 3 tot 5 keer de diepte van het water aan ketting uitgooit. We vinden een mooi plekje op 26 meter diepte. Onze zestig meter ketting is niet lang genoeg dus besluiten we er nog vijftien meter lijn aan vast te maken. Na een paar uur uitrusten van onze tocht kijken we buiten en zien we dat we zijn gaan krabben. We liggen tussen vrij hoge bergen met valwinden en slingeren daardoor veel achter ons anker. Hmmm... Geen zin om te verhuizen maar zo kunnen we natuurlijk niet blijven liggen. Joost heeft erg veel moeite om de lijn en de ketting op te halen. Bij de volgende boot willen we wel een elektrische ankerlier ;-). We besluiten heel dicht bij de kant te ankeren en daar is het nog twaalf meter diep. Toch maar doen. En daar liggen we dan met uitzicht op het strandje waar we niet aan wal durven. Want er lopen komodovaranen. Reuzehagedissen van ruim drie meter lang. En ze zien er niet bepaald vriendelijk uit. Een toeristenboot heeft een enorme vissenkop aan een tak opgehangen waar ze al springend een hap van nemen. Erg indrukwekkende dieren en die lopen hier zomaar in het wild rond! Later zien we ook apen op het strand rondlopen. Geen idee wat Siebe er van vindt. Hij kijkt maar vindt het water ook erg interessant. Zijn nieuwste truc is zwaaien naar iedereen maar naar de komodovaranen zwaait hij niet.