Tonga blijft een fantastisch vaargebied! De afgelopen dagen hebben we elke dag een andere ankerplek aangedaan en wat rondgesnorkeld en gewandeld. Ook is het leuk dat alle boten die naar Nieuw-Zeeland gaan hier nu verzameld zijn. We hebben twee Nederlandse boten ontmoet die we nog niet kenden. Even geen Engels praten. Ook ontmoetten we twee boten die net als de onze van staal zijn. Altijd fijn om lief (stevig) en leed (roest) behorende bij dit materiaal te delen. Verder is het nummer een onderwerp
op dit moment de oversteek naar Nieuw-Zeeland. Wanneer te vertrekken, welke strategische route precies te varen, meningen van en over de verschillende weerguru's die op de radio te beluisteren zijn en stormtactieken. Iedereen maakt elkaar langzamerhand behoorlijk dol met een eindeloze stroom vaak tegenstrijdige informatie. We zullen het wel zien. Voorlopig is het weer niet goed genoeg, dus we blijven nog even liggen op deze perfect beschutte ankerplekken. Gisteren hebben we de Mariner's Cave bezocht.
Een grot met maar een ingang en deze ingang ligt volledig onderwater. Met duikbril op en flippers aan dobberen we in zee vlak voor een steile rotswand waar niets bijzonders aan te zien is. Links en rechts loopt deze rotswand nog een heel stuk door. We kijken met de duikbril naar beneden het water in en zien op twee meter diepte een groot zwart gat van zo'n vijf bij vijf meter. Dat moet de ingang van de grot zijn. Maar echt uitnodigend is het niet om erin te zwemmen, want er is echt niets te zien
van een grot. Alleen zwart. Ik probeer als eerste naar binnen te zwemmen. Een paar keer diep ademhalen en ik zwem de tunnel in. De eerste meter van de tunnel is nog wel te zien door het licht van buiten, maar daarna zie ik niets meer. Flipper, flipper, flipper. Flipper, flipper, flipper. Ik had gedacht wel iets te kunnen zien, maar nee. Ik voel dat mijn luchtvoorraad wat aan het slinken is. Niet dramatisch en ik weet dat ik na al het snorkelen veel langer dan voorheen onderwater kan blijven, maar
helemaal comfortabel is het niet. Marc van
Yagoona was een week eerder al in de grot geweest en heeft hem ons aangewezen. Het moet dus de goede tunnel zijn, maar je bent natuurlijk nooit 100% zeker. En misschien zit er vandaag wel geen lucht in de grot? Af en toe kijk ik omhoog en ineens zie ik het licht dat van achter mij door de tunnel komt weerspiegelen op de onderkant van het wateroppervlak. Daarboven moet dus lucht zijn en ik kom boven. Gelukt. En het is wel een erg aparte omgeving. De grot
is behoorlijk hoog, een meter of tien, en het enige licht is een blauw schijnsel dat vanuit het water omhoog komt op de plek van de tunnel. De golven buiten drukken elke tien seconden water door de tunnel de grot in en persen de lucht in de grot een beetje samen. Je voelt het aan je oren. Ook ontstaat er bij elke golf plotseling mist en deze mist verdwijnt ook weer even snel. Misschien dat door de drukverhoging al de waterdamp condenseert in kleine druppeltjes en meteen weer verdampt als de druk
daalt. Nog nooit zoiets gezien. Ik zwem de grot weer uit, wat veel makkelijker is omdat je gewoon op het licht afzwemt. Dan zwemmen we samen de grot in. Ik voorop (filmend met onze onderwatercamera) en Ilse achter mij aan. Ze heeft maar net genoeg lucht, maar we zijn binnen. Het was de spannendste snorkeltocht tot nu toe en erg interessant.