Eenmaal geankerd zijn we met de bijboot naar Clifton city gevaren. Het was een kleurrijk stadje, waar je omringd werd door een zee van bougainvilles. Op een terrasje genoten we van onze cocktails om vervolgens een tafel te reserveren bij West Indies Restaurant, bekend om zijn Frans en Creools eten. Het restaurant werd gerund door een Frans echtpaar en werd ons aanbevolen door
Dingo. De
Dingocrew heeft inmiddels voor Frans en mij ook een gezicht gekregen, want wij hebben hen ontmoet bij aankomst in
Grenada. Het eten was voortreffelijk. Maar de terugtocht in het donker leek een ware zoektocht, waarbij alle masten op elkaar leken, maar....... de onze had als enige een led-verlichting en daardoor goed te herkennen. Terug op Hafskip hebben we ons verdiept in de sterrenhemel. De grote beer heeft hier een andere stand, hij staat op z'n steel. Ook Orion zie je elke avond. Inmiddels heeft de maan zich ook vertoond. Het is hier een liggende sikkel, dus het ezelsbruggetje dat je er bij het eerste kwartier
een "p" van kunt maken en bij het laatste kwartier een "d", gaat hier niet op. Ilse en ik gingen de volgende morgen in de bijboot boodschappen doen. We legden aan bij een klein steigertje en gingen op pad. De sortering hier was wel groter dan in Carriacou, maar hield niet over. Bepakt en bezakt kwamen we bij Hafskip aan. Vooral veel fruit hebben we ingeslagen, want dat werkt goed voor de dorst. Die middag kwam er een bootboy, mister help um, langs met versgevangen tonijn. De tonijn had een gewicht
van vier pond en werd ter plekke voor ons schoongemaakt. Een fles wijn kon hij er ons ook wel bij leveren. Een heerlijk diner aan boord met verse ananas toe. De volgende dag zijn we naar Tobago Cays gezeild, eerst alleen met grootzeil, daarna met fok en kluiver erbij. Wat ons daar te wachten stond is haast niet te beschrijven, zo mooi. De cays is een groep van vijf kleine eilanden, dat in 1998 tot natuurreservaat verklaard is. Midden tussen die eilandjes hebben we het anker laten vallen. Het water
heeft er weer de prachtig groene kleur en de zandstrandjes zijn klein en schitterend wit. Van dit strand ga ik zand meenemen voor een van m'n collega's (die zand spaart). De eilandjes zijn begroeid en op een van de eilanden leven leguanen. Vanmorgen zijn we daarheen gegaan en inderdaad, we zagen er verschillende. Ze varieerden van anderhalf tot een halve meter en waren in verschillende kleuren, aangepast aan de bomen waarop ze leefden. Ze bewogen zich primitief voort in een kronkelig symmetrisch
patroon. Ook voor de onderwaterwereld had je ogen tekort. Allerlei vissen met de meest mooie kleuren waren druk in de weer in de wereld van het koraal. Er was een vis, die heel bijzonder was: een 50 cm grote gelige vis met een figuur van een groot oog aan de achterkant. Daardoor leek het alsof hij een grotere vis was, waarmee hij andere kon afschrikken. Een typisch voorbeeld van mimicry. Bootboys varen in hun opvallende boten weer af en aan en proberen hun waar aan je te verkopen, zoals: brood, ijs,
fruit, vis en T-shirts. Gisteren hebben Joost en Ilse bekenden van hen opgezocht, die met hun schip "Wateraap" ook hier in the Caribbean rondzeilen. Helaas hebben we de schildpadden die Wateraap rond de boot hadden zwemmen nog niet gezien. De vakantie van Frans en mij loopt helaas ten einde. Nog een dag blijven we hier en dan zeilen we terug naar Grenada. Het is een vakantie die we niet gauw zullen vergeten om meerdere redenen. De belangrijkste daarvan is het na zeven maanden elkaar weer te zien
en twee weken samen te kunnen optrekken met veel warmte omringd, letterlijk en figuurlijk en in een natuur waarvan wij het bestaan amper kenden. Het kunnen ervaren van hun bootleven, geeft mij voor de komende tijd een rustig gevoel, zo weloverwogen en deskundig steeds weer de beslissingen door hen genomen worden. Maar hoezeer ik begrijp dat ze van deze reis genieten, ik weet zeker dat ik het heel fijn vind hen weer in Nederland te zien.