Print dit verhaaltje

Cartagena
Joost, 11/4/2007, 05:00

We zijn nu ongeveer anderhalve week in Cartagena en hebben al heel wat van de stad gezien. We zijn een paar keer samen wat wezen drinken in het oude centrum van de stad, maar ik heb ook wat ochtenden alleen kris kras door de stad gerend op zoek naar onderdelen voor van alles. De eerste keer had ik alleen een klein boekje van de havenmeester met daarin wat adressen van nuttige winkels. Buitenboordmotoren, electronica, doe het zelf, etc. En een Spaans woordenboek. Ik stap de poort van de haven uit en ja, wat dan? Die adressen zijn niet te vinden zonder kaart, dus ben ik eerst daar naar op zoek gegaan. Al snel werd duidelijk dat er maar een taal is en dat is Spaans. Als je vraagt of men Engels spreekt, dan word je eigenlijk gewoon uitgelachen. Jongeren die in een winkel werken beginnen een beetje naar elkaar te giechelen en ouderen zeggen gewoon "no". In het woordenboek heb ik toen het eerste toverwoord opgezocht en dat was "plano de la cuidad", stadsplattegrond. In Nederland koop je dat gewoon bij iedere boekhandel of tankstation, maar hier is dat dus echt niet te krijgen. Elke keer kwam er weer een uitleg in het Spaans waar het dan wel te krijgen was waarvan ik met het woordenboek dan ongeveer de helft begreep. Nee, het voelde niet aan alsof ik lekker bezig was. Drie uur later had ik eindelijk een plattegrond. Gekocht op een marktje voor tweedehands boeken. Veel meer heb ik die dag niet meer gedaan, want het is hier soms gruwelijk heet tussen 11 en 15 uur. Maar de volgende dag kon het inkopen echt beginnen. En wat dat betreft is het toch wel een stad voor mij. In Nederlandse steden heb je nul of een electronica-onderdelenwinkel. Hier is er gewoon een hele straat van vol! Overal transistortjes, LEDjes, kabels, schakelaars en meer. Het is duidelijk dat alles wat kapot gaat absoluut nog niet wordt weggegooid. Na een tijdje kwam ik in een soort matrix-vormig winkelcentrum bestaande uit een paar honderd winkeltjes van 2 bij 2 meter. Alle winkeltjes waren even groot. Dat was op zich al een interessante formule. Ergens in die matrix zat een heel groepje PC zaken en daar heb ik het gezien. Jawel, men is daar serieus aan het solderen aan moederborden. In Nederland is het gewoon, plop nieuw moederbord erin. Wat bovendien ook leuk is aan die electronicawinkels is dat alles absurd goedkoop is. Trouwens, niet alleen de electronica is goedkoop. Op straat koop je van een kerel met een dienblad om zijn nek met koffiekannen voor 6 eurocent een kopje koffie. Het dagmenu kost 3 euro. Taxi's zijn rond de anderhalve euro. En als dat te duur is is er ook nog een hele set alternatieve vervoersmiddelen: achterop de brommer, in een fietskar, met de bus, met de bus met airco (6 eurocent duurder) of met de minibus. Het busvervoer is hier ook helemaal prive. Dat maakt het allemaal nog gevarieerder. Er is maar een model bus, maar iedereen heeft hem wel zelf geschilderd. De bestemming staat dan bijvoorbeeld in een dracula-achtig lettertype over het hele bovenste deel van de voorruit. Binnenin hangen vage gordijntjes met pluimpjes en standaard wordt snoeiharde muziek gedraaid. Als je door de stad loopt zie je ook overal verkopers bezig met hun handeltjes. Maar ze spreken je niet vaak aan zoals bijvoorbeeld in Marokko waar je echt helemaal moe wordt van al je nieuwe friends. Wat nog wel eens gebeurd is dat er een mannetje langsloopt die zegt "psstt, cambio?". Dat betekent dollars naar pesos wisselen. Er wordt meteen een aantrekkelijke koers genoemd, maar uit verhalen blijkt dat dat dan toch weer eindigt in vreemde wisseltrucen en andere oplichterij. Ook ben ik nog met een buitenboordmotoronderdeel langs een rij brommershopjes gelopen. Shop is daarbij wel een groot woord. Het zijn meer twee muren met een golfplaat erover waaronder dan motorblokken tot het kleinste onderdeel uit elkaar liggen. En hop, voor je het weet wordt je van de een naar de ander gesleept. Eentje zit een beetje aan het onderdeel te trekken, de volgende zet er maar gelijk 220 volt op via alle combinaties van draden en zo gaat dat maar door. Alles begeleid door continu gepraat in het Spaans tegen elkaar en tegen mij die er weinig van begrijpt. Uiteindelijk helaas geen nieuw onderdeel kunnen vinden. Ik kan nog veel meer verhalen intypen over deze stad, maar ik denk dat nu wel duidelijk is dat we hier heel wat nieuws hebben gezien. En het is ook de manier om Spaans te leren. Elke keer het woordenboek erbij op zoek naar het woord dat de hele situatie gaat verhelderen. Zo'n woord weten of vinden wordt zo direkt beloond. Maar na al deze aktie is het wel weer tijd geworden voor lekker wat zwemmen, want dat wil je in het water waar we nu op liggen echt niet. Morgen vertrekken we naar de San Blas-eilanden van Panama.